Voorwoord 1986

Toen ongeveer een jaar geleden het bestuur van de Stichting Sport en Cultuur liet blijken er prijs op te stellen dat de geschiedenis van de Stichting en haar hoofddoel -het bouwen en in stand houden van "Cultura"- eens op schrift werd gesteld, heb ik dat spontaan opgepakt.
Dit, omdat ik van mening ben dat het hele gebeuren rond "Cultura" dermate uniek was en nog steeds is, dat de Andijker gemeenschap daar best trots op mag zijn. Vandaar dit boek dat naar ik hoop naast de bestaande film (Wanneer en Hoe het onstond) een waardevolle bijdrage is voor het voortbestaan van de Stichting en haar gebouw "Cultura".

Het was geen gemakkelijke taak, vooral omdat er in de beginjaren weinig aan notulering werd gedaan. Daar zal de tijd wel voor ontbroken hebben. In het verhaal zult u verscheidene keren de aanduiding Stichting of bestuur tegenkomen als het stichtingsbestuur wordt bedoeld. Als data van toetreding van bestuursleden heb ik steeds het eerste moment van voorkomen in de notulen genomen.
De werkelijke data waren in deze beginjaren altijd eerder omdat een benoeming toen via 't Nut liep.

Het zal zeker zo zijn dat u bij het lezen van dit boek eigen herinneringen heeft aan gebeurtenissen die ook in dit verhaal zouden passen.
Dat blijft altijd zo. Van diverse mensen heb ik de nodige medewerking ontvangen, waarvoor mijn dank.

Tenslotte wil ik mij bij voorbaat verontschuldigen voor de zijsprongen die bij het verhaal worden gemaakt en dat wel eens persoonlijke opvattingen worden geuit. Daaraan is bij zo'n boek niet te ontkomen.


Andijk, april 1986 G. van Gelder


DE BEHOEFTE WAS ER REEDS LANG


Als we gaan schrijven over de wordingsgeschiedenis van een verenigingsgebouw, blijkt altijd dat er al eerdere pogingen zijn geweest om zo'n gebouw te realiseren.
Vooral in de eerste helft van deze eeuw kwamen dergelijke objecten echter niet zomaar tot stand.

Reeds lang bestond er bij de Nederlands Hervormden en de niet-kerkelijken in Andijk de behoefte om te komen tot de stichting van een gebouw om de verenigingen een beter onderkomen te bieden. Was er dan niets? Natuurlijk wel, er waren de nodige café's waarin zich het verenigingsleven afspeelde, zoals: repetities, uitvoeringen, vergaderingen of andere clubavonden. Voor genoemde bevolkingsgroep ging het dan vooral om De Krimper, De Meiboom, De Hoop, 't Centrum (in een later stadium) en op uiterst oost De Toekomst. Dit lijkt nogal veel, maar Andijk stond ook toen al bekend om zijn rijk gescakeerde verenigingsleven.

Van verschillende soorten verenigingen bestonden er meer dan één, wat mede veroorzaakt werd door de uitgestrektheid van het dorp. Een aantal verenigingen en organisaties was reeds in de vorige eeuw tot stand gekomen. Hierbij behoorde ook de afdeling van het "Departement van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen". Deze zeer oude afdeling was opgericht in 1835 en aangesloten bij de landelijke organisatie met dezelfde naam. Deze organisatie hield zich in belangrijke mate bezig met het maatschappelijk bestel en dat strekte zich uit over vele zaken.

't Nut, zoals het kortweg werd genoemd, organiseerde in de winter allerlei ontwikkelingsavonden, men runde een bibliotheek, men richtte een spaarbank op (1843) en men was aktief in het verzekeringswezen. Kortom, 't Nut had een bepalende invloed op het dorpsleven.

Het waren dan ook in het algemeen "bepalende" personen die het bestuur vormden waar toentertijd tegenop werd gekeken, maar waar soms ook stelling tegen werd genomen.

Maar laten we ons doel niet uit het oog verliezen. Voor zover bekend viel tijdens vergaderingen van de Nutsafdeling voor het eerst het geluid te horen dat er maar een eigen gebouw moest komen voor de verenigingen, omdat er in de café's te weinig ruimte was om de vele activiteiten onder te kunnen brengen. Bovendien was het merendeel van die gebouwen toe reeds verouderd. De Krimper bijvoorbeeld, stond er al eerder dan de Buurtjeskerk (1667).

Het bestuur stelde op 22 januari 1920 een bedrag beschikbaar van ƒ 15,-- (zijnde vergaderkosten) voor een onderzoek naar de noodzakelijkheid van een verenigingsgebouw. Er zal wel vergaderd zijn, van de resultaten is niets bekend.

Het duurt tot 28 november 1929. dan is het Klaas Burger (die naam komt u verder in dit verhaal weer tegen) die tijdens een vergadering vraagt of 't Nut leiding zou kunnen geven bij het stichten van een eigen verenigingsgebouw. Er komt even wat op gang.

Het bestuur praat met de spaarbank, waar men aanvankelijk wel mee wil doen. Doch als er uit een opgezette exploitatiebegroting op 27 januari 1930 blijkt dat het jaarlijks tekort op ƒ 136,-- uitkomt, is dat voor de spaarbank onaanvaardbaar. Hierbij moeten natuurlijk de verbindingen tussen de spaarbank en het nutsbestuur niet uit het oog worden verloren. Voorts bleek toen dat toch niet alle verenigingen zich spontaan achter het idee schaarden. Zo bleek muziekvereniging Excelsior zich nog wel te kunnen redden, terwijl zangvereniging taveu daarentegen sterk vóór was.

Men komt niet verder dan het benoemen van een commissie die de zaak nog eens zal bezien. Dat zijn de heren P. Groot Jz. (burgemeester), K. Burger, V. Veer en P. Mantel Cz. Deze commissie brengt op 17 december 1930 verslag uit. Zij adviseert met het oog op de heersende malaise, de zaak maar te laten rusten en aldus wordt besloten.

In verband met het verdere verhaal is het toch belangrijk op te merken dat een ander gegeven dan geld op de achtergrond een zware rol speelde. Enkele van de belangrijkste figuren die de zaak op gang zouden moeten helpen, waren middels historische en familiebanden zeer nauw betrokken bij De Krimper en haar eigenaar. Een nieuw gebouw zou op dat moment een flinke concurrent worden voor dat café. Vandaar die terughoudendheid! Ondanks het feit dat bijvoorbeeld door leden van Tavenu al renteloze aandelen tot een bedrag van maar liefst ƒ 1.875,-- (!!) waren bijeengebracht op de totaal geschatte bouwkosten van ƒ 4.000,--, viel het doek voor dit idee.

Dat was de situatie rond 1930. Voor de verenigingen veranderde er -aan het begin van een wat later bleek catastrofale economische crisis- dus niets, ondanks het feit dat er in de gemeenschap verschillende mensen waren die de bereidheid toonden zich voor een nieuw gebouw te willen inzetten. Naar later zou blijken, bewaarden zij hun gedachten hierover zeer goed.

HET ECHTE BEGIN


Dit is niet de plaats om de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog uit de doeken te doen. Ook in Andijk werd het dagelijks leven door de oorlog danig beïnvloed en dat werd steeds erger naarmate die oorlog langer duurde. Eén van de gevolgen hiervan was ook dat de bevolkingsgroepen saamhoriger werden. De bezetters van het land, met hun steeds drastischer wordende maatregelen die alléén maar onderdrukking en plundering inhielden, zorgden daarvoor. Uiteraard ongewild. De mensen hadden elkaar meer dan voorheen nodig. Men wilde praten met elkaar over de eigen problemen en dan kwamen als vanzelf ook die van de wereldgebeurtenissen aan de orde. Het verenigingsleven bleef dan ook tijdens die eerste oorlogsjaren gewoon doorgaan, ja het groeide zelfs. Het betekende dat ook het probleem van de huisvesting der vereniging op z'n tijd weer aan de orde kwam. Natuurlijk, het maatschappelijk leven kende veel belangrijker zaken, maar toch......!

Het politieke leven in Andijk was al ver voor het uitbreken van de oorlog zeer intensief, maar ook rijk geschakeerd. Het was dan ook geen wonder dat er groepen ontstonden die zich bezig hielden met verzet tegen de maatregelen van de bezetter. Een goede communicatie met de bevolking was daarbij onontbeerlijk. doch dag- en weekbladen, evenals de radio, werden door de Duitsers gekontroleerd. Bleef voor de mensen van het verzet over het zelf vervaardigen van nieuws, voorzien van commentaar, en dat thuisbezorgen bij de bevolking. De bezetters reageerden daar zeer fel open het was dan ook een levensgevaarlijke bezigheid.

Toch verschenen er in Andijk enkele van deze illegale bladen, meestal gestencild, waarbij de commentaren natuurlijk politiek gekleurd waren door de bron van herkomst. Eén daarvan was "De Waarheid", aan de hand van berichten van het landelijk illegale apparaat vervaardigd door communisten in Andijk.

Naarmate de oorlog duurde en ondanks de steeds slechter wordende toestanden, begon men zich ook bezig te houden met hoe en wat als deze verschrikking voorbij zou zijn. Hoe gek dat nu misschien klinkt, maar dat gaf de mensen enig perspectief, het was een vorm van uitzicht op het einde van de oorlog. Dit bracht met zich mee dat de groep van makers en regelmatige lezers van "De Waarheid" zich naast wereld- en landelijk gebeuren, ook bezig hield met plaatselijke toestanden. Het bleef dan ook niet uit dat daarbij de reeds oude wens, een nieuw verenigingsgebouw, regelmatig ter sprake kwam.

Toen dan de bevrijding eindelijk daar was en al het feestgedruis was gepasseerd, kwam de zaak weer boven tafel.

Men was als deelhebber van de nood-gemeenteraad die in september 1945 haar werkzaamheden begon, eerst volop betrokken bij de pogingen van die raad om te komen tot de eerste gemeentelijke sportakkomodatie. Dat lukte, want op de rand van het bevrijdingsjaar, 29 december 1945, nam de raad het besluit. De vreugde daarover was groot en niet alléén bij de voetballers, getuige de bedankbrief die men aan de raad richtte.

De plaats waar dat sportterrein kwam te liggen, speelde gelijk een belangrijke rol in de discussie over een nieuw verenigingsgebouw.

Waarschijnlijk mede geïnspireerd door bovengenoemd resultaat, kwamen de mensen van "De vrienden van de waarheid" tot de conclusie: zij waren met een geweldig goede zaak bezig, maar wilde dat idee van een nieuw gebouw en de uitvoering daarvan een redelijke kans van slagen hebben, dan moest het draagvlak van mensen dermate worden verbreed, dat je kon spreken van een vertegenwoordiging van alle groepen die het betrokken Andijker volksdeel bevatte.

Historie